Preview publicatie 'Uit 1000 Kelen'
door: Carel van Hees
Gerenommeerd fotograaf Carel van Hees heeft een fotoboek gemaakt over het landskampioenschap van Feyenoord. Van Hees schreef er een persoonlijk verhaal bij over zijn eigen relatie met de club. Vanaf morgen ligt Uit 1000 Kelen in de boekhandel, Vers Beton presenteert een exclusieve preview.
![](http://versbeton.nl/wp-content/uploads/2018/04/Carel-van-Hees-Uit-1000-Kelen-875x583.jpg)
1
In 1960 ben ik zes jaar en ik woon met mijn vader en moeder tegenover de Sint Laurenskerk, in het hart van Rotterdam. Vanaf het dak van onze flat kun je het Witte Huis zien liggen, ooit het hoogste kantoorgebouw van Europa. Het heeft de oorlog overleefd en is het middelpunt in een spookachtig lege vlakte. Na school word je daar cowboy of indiaan. Mijn vader en moeder draaien de platen van Frank Sinatra en Nina Simone en op school ben ik Beatle of Rolling Stone.
2
Tante Nel en oom Leo zijn onze bovenburen. Oom Leo is directeur van Olveh Levensverzekeringen. Hij gaat gekleed in kostuum, heeft gepoetste schoenen en verzorgd wit haar. Ze hebben een witte televisie, een witte telefoon, een witte ijskast en witte kleden op de vloer. Alles voelt chique en deftig.
Tante Nel heeft een Zangeres-zonder-naam-kapsel: een wijde bos zwarte krullen, die strak op hun plaats blijven door een flinke stuif haarlak. Als ze uitgaat draagt ze een korte witte bontjas en ruikt het trappenhuis naar zwoele parfum.
Oom Leo heeft twee seizoenkaarten voor Feyenoord. Tante Nel houdt van sherry en de leesmap. Dat laatste is mijn geluk. Op een zondagochtend belt oom Leo bij ons aan: ‘Ga je mee naar het stadion?’ Het zou niet bij die ene keer blijven.
![](http://versbeton.nl/wp-content/uploads/2018/04/Carel-van-Hees-Uit-1000-Kelen-5-875x583.jpg)
3
Om in het stadion te komen moet je trappen klimmen. Na het staal en het beton is daar plotseling het grote veld en het massale hemellicht. Je kunt de rivier niet zien, maar je ruikt het nabije water van de Maas.
In de pauze koopt oom Leo twee broodjes kroket. De mosterd zit in een apart zakje. Van de tribunes klinkt het zich steeds herhalende clublied; de woorden vinden een plek in mijn hoofd om er nooit meer uit te verdwijnen.
4
Coen Moulijn is mijn held. Met zijn sierlijke schijnbewegingen brengt de linksbuiten snelheid en artisticiteit in het spel. Op de eerste tien meter is hij onhoudbaar. Dreigen met rechts, links passeren en afmaken met een voorzet op maat. Een beetje spits kan de bal er dan in zo in blazen. Honderden keren heb ik het hem zien doen, mezelf afvragend hoe het toch mogelijk is dat de backs er iedere keer weer intrappen. Ze weten dat het gaat gebeuren, alleen nooit precies wanneer. Hij is onnavolgbaar, een danser en goochelaar ineen.
Het telefoonnummer van Coen Moulijn staat gewoon in het telefoonboek.
Eén keer durf ik hem te bellen. Ik ben in de veronderstelling dat hij niet zelf de telefoon op zou nemen, maar dat gebeurt wel.
‘Hallo, met Moulijn.’
‘Ehhh, ik was in het stadion vanmiddag, u was weer goed.’
‘Leuk jongen, hoe heet je ….. ? Ja, het ging wel lekker vandaag. Voetbal je zelf ook?’
![](http://versbeton.nl/wp-content/uploads/2018/04/Carel-van-Hees-Uit-1000-Kelen-2-875x583.jpg)
5
Op 8 september 1965 speelt Feyenoord thuis tegen Real Madrid voor de eerste ronde van Europacup 1. Oom Leo en ik zijn erbij. In het doel staat Eddy Pieters Graafland. Hans Kraay is centrale verdediger en Coen Moulijn staat natuurlijk voorin op links.
Real Madrid heeft al vijf Europacups gewonnen. In hun team speelt de Hongaarse ster Ferenc Puskás. De Spanjaarden zijn meedogenloos. Laat in de eerste helft krijgt Hans Kraay een trap tegen zijn hoofd. Terwijl hij buiten het veld behandeld wordt, gaat de wedstrijd verder. Feyenoord speelt met tien man en even later scoort Puskás voor Real Madrid, 0-1.
Na de rust staat Hans Kraay met vijf krammen en een witte tulband weer op het veld en hij speelt verder als rechtsbuiten. Dat moment van pijn verbijten blijft me bij. Doorgaan. Duidelijker kan het karakter van de club niet zichtbaar worden.
Coen Moulijn draait de Spanjaarden dol, maar wordt keer op keer onderuit gehaald. De tulband van Kraay kleurt rood . Er ontstaat chaos en de scheidsrechter blaast voortijdig af. We winnen met 2-1. Twee weken later in Madrid scoort Puskás viermaal. Feyenoord verliest met 5-0, maar het Feyenoord-virus heeft me besmet. Er is geen weg terug.
Als ik in 1966 na een lange zomervakantie terugkom in Rotterdam zijn oom Leo en tante Nel verhuisd. Ik heb ze nooit meer gezien.
6
Op 29 mei 1974 speelt Feyenoord in de Kuip om de finale van de UEFA Cup tegen Tottenham Hotspur. Op de reclameborden lees ik Het Vrije Volk, Drink Louter Kabouter en Eerst de vlekken eruit met Bio-tex. Coen Moulijn is met pensioen maar Wim Jansen, Rinus Israël en Willem van Hanegem weten wat hen te doen staat.
Ik zit op eerste ring in vak H als het begint te regenen. Voor me zet een man zijn kraag op. Ik zie een straal gele pis verdwijnen in zijn nek. Hij schrikt, voelt, ruikt en vloekt. Hij kijkt naar boven en ziet een dozijn grijnzende Engelsen met hun pikken uit hun broek over de reling hangen. Even later vliegen houten stoeltjes door de lucht. Supporters klimmen over de omheiningen, veel gewonden, geen doden. De politie grijpt verbaasd en aarzelend in. Rotterdam beleeft zijn eerste voetbalrel. Feyenoord wint met 2-0 en verovert de UEFA Cup.
![](http://versbeton.nl/wp-content/uploads/2018/04/Carel-van-Hees-Uit-1000-Kelen-7-875x583.jpg)
7
In de voetbalstijl en de sfeer rondom de club kun je sporen zien van de geschiedenis van de stad Rotterdam. Feyenoord is opgericht ‘op Zuid’, in het stadsdeel waar van oudsher de mensen woonden die de havens aanlegden en op de scheepswerven en in de fabrieken werkten. De mentaliteit van werken, knokken en terugkomen is na de Tweede Wereldoorlog door de stad in haar geheel omarmd.
De supporters zijn trouw en voelen zich verwant met de club, willen dat het goed gaat. Als je in de Kuip bent, ben je er niet alleen voor het voetbal, maar ook om de ziel van de stad te beleven. Je wordt onderdeel van het legioen en opgetild naar iets groters dat bescherming en troost biedt.
8
Het is vrijdag 23 juni 1978, 12 graden en zwaarbewolkt.
Bob Dylan is in Nederland voor een optreden in de Kuip. Ik ben 24 en net aangenomen bij het persbureau Foton Den Haan. Ik moet het concert fotograferen. Het stadion is afgeladen, 52.000 mensen op de tribunes en op het veld. ‘A hard rain’s a-gonna fall’ , ‘Blowing in the wind’ en ‘Tangled up in blue’; alles komt voorbij. Uren na afloop van het concert zwerf ik over de middenstip en maak ik foto’s van mensen die in het gras liggen. ‘Everybody must be stoned’ en ik ben me ervan bewust dat ik op heilige grond sta. Als een schaduw in het donker, tussen peuken en verschaald bier, dreig ik met rechts en passeer over links. De bal kleeft aan mijn voeten en even ben ik de beste linksbuiten ter wereld, een waardige opvolger van Coen. Niemand die het ziet.
![](http://versbeton.nl/wp-content/uploads/2018/04/Carel-van-Hees-Uit-1000-Kelen-3-603x875.jpg)
9
Op een zaterdag in februari 2017 koop ik in de fanshop op het nieuwe Centraal Station een donkerblauw Feyenoord T-shirt waar op staat dat de club in 1908 is opgericht. Ik hang het shirt tegenover mijn bed.
10
Drie maanden later, op zondag 14 mei, gaat de ochtend langzaam voorbij.
De laatste wedstrijd van competitie 2016-2017 moet gespeeld worden. Feyenoord heeft het hele seizoen bovenaan gestaan en het wordt moeilijk die positie vast te houden. De voorsprong is teruggezakt naar één punt. Heracles móet verslagen worden.
Ik wil vroeg in het stadion zijn en stap om 12 uur in tram 23. De stad zwijgt en wacht af. Op het Centraal Station stroomt de tram vol met rood en wit. Als de supporters ‘Hand in hand kameraden’ inzetten, zing ik mee.
Op Zuid zwaaien duizenden mensen met vlaggen en spandoeken. De stad is bezig zich te verzamelen. Het stadion, de spelers en de supporters worden één.
De temperatuur loopt op.
![](http://versbeton.nl/wp-content/uploads/2018/04/Carel-van-Hees-Uit-1000-Kelen-8-875x583.jpg)
11
Ik koop een broodje kroket en denk aan oom Leo. Eindelijk begint de wedstrijd en in de eerste minuut scoort Dirk Kuyt. Het stadion ontploft. Vrienden en vreemden vallen in elkaars armen en kussen elkaar op mond en voorhoofd.
Ze schreeuwen, zingen, huilen, knijpen, beuken, schoppen en gooien. Ik ga onder in een golf van energie en levensdrift. In de twaalfde minuut scoort Kuyt opnieuw, dit keer met een ouderwetse snoekduik. En weer die uitzinnige blijdschap en een gejuich uit 52.000 kelen.
Feyenoord is op missie en heeft een aanvoerder op het veld die boven zichzelf uitstijgt. Dirk Kuyt scoort voor de derde keer en Feyenoord is kampioen.
Zo moet het zijn na een fysiek sterk, eensgezind, onverzettelijk, grimmig, begerig en kolerig seizoen.
Doorgaan als twijfel en tegenslag toeslaan. Onverzettelijk zijn.
Kampioen worden zoals alleen Feyenoord kampioen kan worden.
Uit 1000 Kelen is verkrijgbaar in de boekhandel, of online te bestellen via https://uit1000kelen.nl/.
Wij mogen speciaal voor leden van onze nieuwsbrief twee boekjes weggeven. Nog geen lid? Schrijf je hier in vóór vrijdag 27 april om kans te maken op een exemplaar.